Inhoudsopgave:
Definitie - Wat betekent Cognitive Computing?
Cognitive computing beschrijft technologieën die zijn gebaseerd op de wetenschappelijke principes achter kunstmatige intelligentie en signaalverwerking, waaronder zelfleren van machines, interactie tussen mens en computer, natuurlijke taalverwerking, datamining en meer. Het doel is om complexe problemen op te lossen die worden gekenmerkt door onzekerheid en dubbelzinnigheid, wat met andere woorden problemen betekent die alleen worden opgelost door het menselijke cognitieve denken.
Techopedia verklaart Cognitive Computing
Cognitieve informatica is de tak van de informatica die zich bezighoudt met het oplossen van complexe problemen met mogelijk dynamisch veranderende situaties en informatierijke gegevens die vaak veranderen en soms zelfs met elkaar in conflict zijn. Een mens kan dergelijke problemen aanpakken door doelen te ontwikkelen en doelen te veranderen, maar traditionele computeralgoritmen kunnen zich niet aanpassen aan dergelijke veranderingen. Om dit soort problemen aan te pakken, moeten cognitieve computersystemen de tegenstrijdige gegevens afwegen en een antwoord voorstellen dat het beste past bij de situatie in plaats van wat 'goed' is.
Hoewel er momenteel geen overeengekomen definitie van cognitief computergebruik in de industrie of het academe is, wordt de term vaak gebruikt om nieuwe technologie te beschrijven die de manier nabootst waarop het menselijk brein functioneert en hoe het probleemoplossing benadert. Het kan worden gezien als een veld dat tot doel heeft nauwkeurig te modelleren hoe de menselijke geest prikkels om zich heen waarneemt, redeneert en erop reageert. De grootste toepassingen zijn gegevensanalyse en adaptieve output, waarbij de output wordt aangepast aan een bepaalde doelgroep.
Eigenschappen van een cognitief computersysteem zijn onder meer:
- Contextueel - begrijpt en extraheert contextuele elementen zoals betekenis, tijd, locatie, proces en andere op basis van meerdere informatiebronnen. Het kan bijvoorbeeld worden gevoed met gegevens zoals de weg, ambulance, letsel en wrakstukken en de context van een ongeval met een voertuig bedenken.
- Adaptief - Dit is het leergedeelte. Het past zich aan nieuwe informatie en stimuli aan om dubbelzinnigheid op te lossen en onvoorspelbaarheid te tolereren. In relatie tot context zorgt dit kenmerk voor het voeden van dynamische gegevens en deze vervolgens verwerken om de uiteindelijke context te vormen en met oplossingen of conclusies te komen.
- Interactief - Het systeem kan communiceren met gebruikers zodat de gebruikers hun behoeften kunnen definiëren en verbinding kunnen maken met andere apparaten en systemen.
- Iteratief en stateful - De systemen moeten helpen bij het definiëren van het probleem door de juiste vragen te stellen en aanvullende informatiebronnen te vinden als een probleem onvolledig of dubbelzinnig is. Ze moeten ook eerdere interacties en processen kunnen onthouden en op eerdere tijdstippen terugkeren naar de status.