Huis netwerken Een inleiding tot het osi-model

Een inleiding tot het osi-model

Inhoudsopgave:

Anonim

Het open systeem interconnectiemodel, beter bekend als het OSI-model, is een netwerkkaart die oorspronkelijk werd ontwikkeld als een universele standaard voor het maken van netwerken. Maar in plaats van te dienen als een model met overeengekomen protocollen die wereldwijd zouden worden gebruikt, is het OSI-model een leermiddel geworden dat laat zien hoe verschillende taken binnen een netwerk moeten worden afgehandeld om foutloze datatransmissie te bevorderen.

Deze taken zijn opgesplitst in zeven lagen, die elk afhankelijk zijn van de functies "overgedragen" van andere lagen. Als gevolg hiervan biedt het OSI-model ook een gids voor het oplossen van netwerkproblemen door ze op te sporen tot een specifieke laag. Hier zullen we de lagen van het OSI-model bekijken en welke functies ze binnen een netwerk uitvoeren.

1. Fysieke laag

De fysieke laag is de eigenlijke kabel, vezels, kaarten, schakelaars en andere mechanische en elektrische apparatuur die samen een netwerk vormen. Dit is de laag die digitale gegevens omzet in signalen die via een draad kunnen worden verzonden om gegevens te verzenden. Deze signalen zijn vaak elektrisch, maar, zoals in het geval van glasvezel, kunnen ze ook niet-elektrische signalen zijn, zoals optica of elk ander type puls dat digitaal kan worden gecodeerd. Vanuit een netwerkperspectief is het doel van de fysieke laag het verschaffen van de architectuur voor het verzenden en ontvangen van gegevens. De fysieke laag is waarschijnlijk de gemakkelijkste laag om problemen op te lossen, maar het moeilijkst te repareren of te construeren, omdat dit inhoudt dat de hardware-infrastructuur wordt aangesloten en aangesloten.

Een inleiding tot het osi-model