Inhoudsopgave:
Definitie - Wat betekent systeemprogrammering?
Systeemprogrammering omvat het ontwerpen en schrijven van computerprogramma's waarmee de computerhardware kan communiceren met de programmeur en de gebruiker, wat leidt tot de effectieve uitvoering van toepassingssoftware op het computersysteem. Typische systeemprogramma's zijn het besturingssysteem en de firmware, programmeertools zoals compilers, assemblers, I / O-routines, tolken, planner, laders en linkers, evenals de runtime-bibliotheken van de computerprogrammeertalen.
Techopedia legt systeemprogrammering uit
Systeemprogrammering is een essentiële en belangrijke basis in de applicatieontwikkeling van elke computer en evolueert voortdurend om veranderingen in de computerhardware op te vangen. Dit soort programmering vereist enige kennis van hardware en is machine-afhankelijk; daarom moet de systeemprogrammeur de beoogde hardware kennen waarop de software moet werken.
Bovendien kan de programmeur enkele veronderstellingen doen over de hardware en andere systeemcomponenten. De software is meestal geschreven in een programmeertaal op laag niveau die in staat is om efficiënt te werken in een omgeving met beperkte bronnen, en met weinig runtime overhead met behulp van een kleine bibliotheek, of helemaal geen. De taal op laag niveau maakt directe controle over geheugentoegang mogelijk en zorgt ervoor dat het programma direct in een assembleertaal kan worden geschreven. De meeste programma's zijn geschreven met assemblagetalen zoals C, C ++ en C #.
Systeemprogrammering leidt tot de ontwikkeling van computersysteemsoftware die de computeractiviteiten beheert en bestuurt. De codes op laag niveau liggen heel dicht bij het hardwareniveau en hebben te maken met zaken als registers en geheugentoewijzingen. De systeemprogramma's of systeemsoftware coördineert de gegevensoverdracht tussen de verschillende componenten en houdt zich bezig met het compileren, koppelen, starten en stoppen van programma's, lezen van bestanden en schrijven naar bestanden.
De systeemprogrammering verbetert of breidt de functies van een besturingssysteem uit en kan componenten omvatten zoals stuurprogramma's, hulpprogramma's en updates. Ze maken efficiënt beheer van hardwarebronnen mogelijk, zoals geheugen, bestandstoegang, I / O-bewerkingen, apparaatbeheer en procesbeheer, zoals procesbeheer en multitasking. Een voorbeeld is een besturingssysteem, dat meestal fungeert als interface tussen de gebruiker, de toepassingssoftware en computerhardware. Het besturingssysteem biedt een omgeving waarin gebruikers andere programma's efficiënt kunnen uitvoeren. Bestaande uit een set systeemprogramma's, omvatten de functies van het besturingssysteem opslagbeheer, bestandsverwerking, geheugenbeheer, CPU- en apparaatplanning en -beheer, foutafhandeling, procescontrole en meer.